Technische data

Stedelijk wonen rondom een "piazza" aan de oevers van de Dijle

 

De Barbara-site omvat de vroegere parking en de naastliggende gebouwen van de KBC Groep en de Boerenbond. Beide gebruikers zijn vertrokken naar een nieuwbouw aan de stationsomgeving. Resiterra (de ontwikkelaar van Hertogendal) heeft dan een akkoord gemaakt met CFE-Immo, om er een nieuwe stedelijke invulling te ontwikkelen. Het masterplan werd opgemaakt door De Gregorio & Partners. Voor de architectuur wordt samengewerkt met architectengroep A33. De samenwerkende ingenieursbureaus zijn Technum, Stabo, Grontmij en Daidalos.

 

Enkele cijfers en data

 

De site zal een 200-tal nieuwe wooneenheden bevatten, waarvan een aantal stadswoningen. Zo een 7% van de vloeroppervlakte is bestemd voor handel en horeca. Totale terreinoppervlakte is zo een 1,2 ha waarvan 47% bebouwd. De onbebouwde oppervlakte wordt voor de helft ingenomen door publieke ruimte en de andere helft door private tuinen.

 

De eerste fase ging van start in september 2007. De tweede fase is gestart begin 2009 (na verhuis van KBC en Boerenbond).

Wonen in de Leuvense binnenstad: enkele stedenbouwkundige uitgangspunten

 

Samenhang en zin voor stedelijke identiteit

 

Barbarahof ligt samen met Hertogendal midden in de middeleeuws-historische kern van Leuven. De uitdaging bestond erin om wonen-in-de-oude-binnenstad aantrekkelijk te maken, zonder te vervallen in pastiche of retrostijl. Uit ons diepte-onderzoek rond de 'stedelijke identiteit' van Leuven kwam een sterk, levendig contrast naar voor tussen een hoogburgerlijke, 'mannelijk'-rationele bovenbouw (de Universiteit en haar spin-offs, banken, vrije beroepen, ...), en een 'vrouwelijk'-romantische onderstroom (Begijnen, de zorgsector, de zachte nachten, de smalle straten en de kleine alternatieve winkeltjes). Dit contrastgevoel werkte doorheen heel het ontwerpproces, als een duurzame 'fond', voor wat wij een haast therapeutische benadering noemden. De therapie bestond erin, de bestaande bouwblokken terug te sluiten en op die manier in het centrum een publiek plein te creëren, met een directe relatie met de oevers van de Dijle. Verder hebben we, vertrekkend vanuit de Minderbroederstraat, de schaal richting historische kern verkleind en afgestemd op de 'historische maat'. Samenhang, om diversiteit te creëren.

 

Een harmonie van 'mannelijke' en 'vrouwelijke' lijnen

 

Het Leuvens contrast tussen mannelijk-harde en vrouwelijk-zachte belevingswaarden werd op verschillende manieren ingevuld: - Door de publieke en private ruimtes zo sterk mogelijk van mekaar te (onder)scheiden; zodat dit aanleiding geeft tot passages of 'oversteekmomenten', het plezier van thuis te komen en terug buiten te gaan, in een stad die kosmopolitisch én intimistisch kan zijn. - Door een hiërarchie in te bouwen van straten en steegjes, waardoor zowel publiek flaneren als intiem genieten in de stad mogelijk is (luwe 'corners' waarin men zich verborgen en geborgen voelt). - Door een dubbelheid van formalisme en romantiek: een wat klassieker stadsplein (piazza), symmetrisch van vorm en aankleding, dat op wandelafstand 'uitwaaiert' naar een lager gelegen romantisch-informele 'vrijplek' aan de Dijle-oever met oversteekplaats (passerelle). Men kiest tussen de piazza en het minnewater, naargelang het moment, de stemming, en het gezelschap, ...

 

De 'Barbara-toren': een nieuwe stedelijke baken

 

Het kwartier schakelt zich in in de stedelijke identiteit en heeft uiteraard een eigen karakter en bio-ritme. Hiervoor was het toevoegen van een toren-accent essentieel: de 'Barbara-toren' (eerder een torentje) fungeert niet als hoogbouw-toren maar veeleer als 'klok' van het kwartier; een kwaliteitsmoment dat de snelheid verlaagt en de aandacht trekt op de plek zelf, het plein waarop zijn schaduw valt. De stedelijke toren wordt een stuk monument die de plek benoemt binnen de globale stedelijke samenhang. Hij bakent af en verbindt.