Technische data

Alfredo De Gregorio: “Het ontwerp van de opstelling van een museumcollectie is een intensief en complex proces. Er dient met heel veel rekening gehouden te worden: het door het museumteam uitgevoerde publieksonderzoek (wat zijn de noden van de museumbezoekers?); volgen van de verhaallijnen die de archeologen willen brengen; inpassen van duizend en één stukken; het geheel een sterke uitstraling meegeven zonder te veel show te zijn; aansluiting zoeken met het gebouw. En dat alles uiteraard binnen een vooropgesteld budget.
Dergelijk ontwerp vraagt een immens overleg met de opdrachtgever, in dit geval het museumteam, maar ook veel overleg met technici allerhande. Het inpassen van al die input in een spraakmakend en begeesterend ontwerp was dan ook een heel karwei. Samen met Niek Kortekaas, die het grootste deel van het creatieve denkwerk voor zijn rekening nam, hebben we meer dan een jaar aan het ontwerp gewerkt.”

 

De scenografie van de permanente tentoonstelling

 

Het ontwerp voor de permanente tentoonstelling wil bewust eenvoudig zijn, simpel duidend vanuit drie grote bewegingen: ‘de regio’, ‘de mens’ en ‘gebruiksvoorwerpen’. Hiervoor zijn er in het museum drie monumentale zalen voorzien die deze bewegingen en de ontwikkelingen van de mens ruimtelijk vormgeven.
De permanente collectie steunt verhalend op vier grote scharniermomenten die de menselijke activiteit en ontwikkeling in onze regio gemaakt en beïnvloed hebben. Ogenschijnlijk banale voorwerpen liggen hieraan ten grondslag. Zo’n scharnierobject lichten we in de scenografie bewust op door het uitvergroot te presenteren. Tussen deze scharniermomenten is een heldere tijdslijn/pad aangebracht rond het komen en gaan van ‘de mens’ in onze regio. De drie ruimtes zijn als volgt te lezen en te begrijpen.

 

De eerste zaal

In de eerste zaal ‘De eerste mensen’ tonen we een landschap doorsneden met langwerpige metaalkleurige spieën waarop en waarin de geschiedenis van de eerste mensen in onze regio verteld wordt – een vlakte doorsneden met geabstraheerde lagen zoals bij een opgraving. De opstelling start met als eerste scharniermoment een 300.000 jaar oude vuistbijl, ‘chopping tool’. Er is ook bewust gekozen voor zuivere ensceneringen: levensechte Neanderthalers op jacht en zwervende Nomadische figuren die uiteindelijk in groepen en in tenten zullen gaan wonen. Daarnaast werd er ook gekozen voor ‘Grafiek’; geen grote filmprojecties of lichtbakken, maar wel spectaculair grote tekeningen die de ontwikkelingen en het verhaal van ‘de mens’ mee vertellen.

 

De tweede zaal

De tweede zaal ‘Landbouw en Sociale Verschillen’ verrast door haar cirkelstructuur. Immers ‘de mens’ zal zich vanaf nu permanent vestigen en aan landbouw gaan doen. Er komt een letterlijk grotere gebondenheid tussen de mens enerzijds en de regio anderzijds. De cirkel is bij uitstek het symbool voor die nieuwe situatie waarin de mens zich toen bevond. De cirkelvormige wand is opgebouwd uit ruwe houten balken, een product van de bomenstructuur die de zaal doorklieft. Bossen maakten plaats voor akkerbouw en de eerste boerderijen werden gebouwd. In contrast hiermee is gekozen voor een moderne metalen tafelstructuur die ruimte biedt aan de verschillende inhoudelijke thema’s en vitrines. Ook hier worden de scharniermomenten aangegeven door uitvergrote objecten; een bandkeramische pot en een ritueel gebogen zwaard. Het ritueel gebogen zwaard luidt een periode in waarin sociale verschillen ontstonden. De gebonden groepen mensen kregen leiders en stamhoofden en verenigden zich zoals bv. de Eburonen dat deden. Een van de topstukken uit de collectie is de zgn. Torques, een cirkelvormig halssieraad als teken van macht. Het einde van deze zaal behandelt de verovering van Gallië door Caesar, geëvoceerd door één grote grafische tekening rond de slag.

 

De derde zaal

De derde zaal behandelt de romanisering en begint met het ontstaan van Tongeren. Het scharniermoment is een romeinse drinkbeker die met de romeinse veroveraars is meegekomen. De cirkelvorm maakt plaats voor een uitdijende cirkel vanuit een maquette van Tongeren – hét middelpunt in de zaal ‘Romanisering’ – letterlijk een stad in expansie. Vanuit dit centrale middelpunt ‘De Stad’ bezoekt het publiek in detail de romeinse stad. De groeiende en uitdijende stad gaat tenslotte over in de vierde zaal, ‘Romanisering op het platteland’, om tenslotte te eindigen met de komst van de Germanen en het verval van Tongeren. Dit wordt geëvoceerd door een uitgestrekt grafveld waarin de Germaanse invloed zichtbaar wordt en een panoramische tekening van Tongeren in verval.
In het ontwerp hebben we gezocht naar een helder scenografisch concept dat door zijn eenvoud de tand des tijds kan doorstaan. Samen met het museumteam is een goede balans gevonden tussen enerzijds enscenering en presentatie van de collectie en anderzijds de onoverkomelijke vraag naar nieuwe media, interactiviteit en enig spektakel. Het is precies deze balans die een bezoek aan de permanente collectie van het Gallo-Romeins Museum meer dan de moeite waard zal maken.