Samenhang versus ‘beeld-architectuur’

Beeldobsessie en pure design leiden tot egocentrische architectuur. Daartegenover plaatsen wij een verhalende architectuur, gebaseerd op samenhang en context. ‘De ruimte tussen de gebouwen is belangrijker dan de gebouwen zelf’.

Design is de vijand

Design-architectuur en het denken in stijlen (traditioneel, modernistisch, post-modernistisch,…) blijkt niet te werken in een complex verhaal rond stedelijke samenhang en identiteit. Als de maquettes en de 3D-animaties tevoorschijn komen, dikwijls al in de wedstrijdfase, ontstaat een opbod aan mooie plaatjes, die men achteraf ook terugvindt in architectuurtijdschriften en fotoboeken… Design is een slecht uitgangspunt. Design-denken doet zowel afbreuk aan het functionele, als aan het intrinsieke. Het is haast een soort ‘virus’ dat een project infecteert. Het verhindert ons om na te denken over echte belangrijke zaken. Vragen omtrent de relatie met de omgeving, privacy, programma, budget,… Het beeld gaat een eigen leven leiden, los van het ding waarin mensen écht moeten wonen, leven, werken, zich ontspannen. Die beeldobsessie heeft zowel te maken met de profileringsdrang van de architect, die als een kunstenaar wil scoren, als met de opdrachtgever die vaak imago wil creëren via uiterlijke beeldretoriek. Het is typisch voor een denken dat beheerst wordt door de communicatiehype en de mythe van de ‘perceptie’. Is het ‘beeld’ van een gebouw dan niet belangrijk? Natuurlijk wel. Maar het is zoals bij mensen: niet alleen de buitenkant telt. Gebouwen zijn maar boeiend als men voelt dat ze doen waarvoor ze gemaakt zijn. Het ‘beeld’ van een gebouw ontstaat dan tijdens het proces, vanuit de inhoudelijke verdieping, de ‘missie’, en de functionele krijtlijnen. (zie ook ‘Passione Urbana’: II-1.’ Geheugen, evolutie, traditie’ – Bedenkingen over het modernisme)